Vissersschepen uit Groot-Brittannië mogen voor onderhoud toch weer gebruik maken van meer scheepswerven in Nederland. Na een succesvolle lobby van Koninklijke Metaalunie en VNO-NCW samen met onder andere NMT (Netherlands Maritime Technology) en VisNed (landelijke visserijorganisatie) heeft het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit laten weten dat hierover nieuwe afspraken zijn gemaakt met de Europese Commissie.
“We zijn blij dat het ministerie dit op korte termijn heeft recht gezet”, reageert Monique van der Voort, regiosecretaris Noordwest van Metaalunie. “Dit besluit is goed voor de visserijwerven en de regio, maar ook voor een hele keten van toeleverende, kleine mkb-maakbedrijven.”
Vanwege Brexit konden schepen niet meer terecht bij sommige Nederlandse scheepswerven en toeleveranciers voor onderhoud en reparatie. Genoemde havens waren over het hoofd gezien bij de invoering van de Brexit in januari. Britse schepen worden sindsdien aangemerkt als schepen uit 'derde landen'. Daarbij was tot schrik van ondernemers geen rekening gehouden met bedrijven in havens die voor hun bestaan afhankelijk zijn van scheepsonderhoud. Zeven havens zijn nu alsnog aangewezen als onderhoudshaven. De vissersschepen moeten wel eerst hun vis lossen in andere havens en mogen pas na controle van het ruim doorvaren naar de desbetreffende werf.