Wegens de coronacrisis heeft Nederland met Duitsland en België overlegd over de interpretatie en toepassing van beide belastingverdragen.
Thuiswerken
Als grensarbeiders in loondienst door de coronamaatregelen thuis moeten werken, zal de belastingplicht niet verschuiven van de werkstaat naar de woonstaat, mits de grensarbeider zijn salaris krijgt doorbetaald. Grensarbeiders moeten een administratie bijhouden van hun thuiswerkdagen en bijvoorbeeld met een schriftelijke bevestiging van hun werkgever kunnen onderbouwen dat de thuiswerkdagen uitsluitend het gevolg waren van de coronamaatregelen.
Deze afspraken gelden vanaf 11 maart 2020 tot en met 31 mei 2020. Met Duitsland worden ze daarna automatisch met een maand verlengd, totdat Nederland of Duitsland deze opzegt. In januari 2021 maakte de Staatssecretaris van Financiën bekend deze afspraken tot en met juni 2021 te willen verlengen. Met België is afgesproken dat verlenging expliciet moet worden overeengekomen, hetgeen voor de maanden juni 2020 tot en met april 2021 formeel is gebeurd, terwijl ook hier gesproken wordt over verlenging tot 1 juli 2021.
Grensarbeiders mogen ook kiezen deze toepassing van het verdrag niet toe te passen, waardoor het heffingsrecht naar de woonstaat verschuift.
Voor grensarbeiders die altijd al een of enkele dagen thuis werken geldt de goedkeuring niet.
Thuiszitten
De verhouding “dagen gewerkt in de werkstaat/totaal aantal dagen gewerkt” wijzigt niet als de grensarbeider in loondienst zonder te werken thuis zit door de coronamaatregelen. Ook nu geldt dat de grensarbeider zijn salaris doorbetaald moet krijgen.
Deze afspraak over de dagenverhouding bij thuiszitters kent geen vervaldatum, want is een interpretatie van de toepassing van het belastingverdrag. Dit is zo met Duitsland en België afgesproken.
Duitse uitkering
Nederland heeft besloten bepaalde Duitse inkomensondersteuningen rond de coronacrisis vrij te stellen. Ook inwoners van Nederland die normaal in Duitsland werken ontvangen deze Duitse socialezekerheidsuitkeringen. Deze uitkeringen zijn op het nettoloon afgestemd en zijn derhalve in Duitsland vrijgesteld van belasting. Als deze uitkeringen (tezamen met bepaalde andere) Duitse (socialezekerheids)uitkeringen in een kalenderjaar € 15.000 of minder bedragen, wijst het belastingverdrag met Duitsland het heffingsrecht over deze Duitse netto-uitkeringen toe aan Nederland. Met als ongewenst gevolg dat Nederland dan zou heffen over een door Duitsland betaalde netto-uitkering van een grensarbeider die normaal in Duitsland had gewerkt en daar zou zijn belast voor zijn salaris.
Daarom is zogenoemd ‘Kurzarbeitergeld’, ‘Insolvenzgeld’ of ‘Arbeitslosengeld’, voor zover dat op of na 11 maart 2020 voor het eerst wordt ontvangen door corona(maatregelen) vrijgesteld van belasting (met progressievoorbehoud).
De vrijstelling geldt voor de periode van 11 maart 2020 tot 1 juli 2021.