U bent niet ingelogd.
U bevindt zich hier: Details
UPDATE 9 DECEMBER 2020

Aanvragen of verlengen kan nu tot 1 april 2021. Daarmee vervalt de eerdere deadline van 1 januari 2021. Hebt u eerder al verlenging van het bijzonder uitstel aangevraagd en gekregen? Dan hoeft u niets te doen. Voor u geldt het bijzonder uitstel automatisch tot 1 april 2021. > Lees meer.

Ondernemers kunnen bijzonder uitstel van betaling kunnen krijgen voor de meeste belastingen. De dividendbelasting is expliciet uitgezonderd van het versoepelde uitstelbeleid, omdat het uitkeren van dividenden de liquiditeitspositie van bedrijven juist verzwakt.

Na ontvangst (naheffings)aanslag
Iedere ondernemer die door de coronacrisis in financiële problemen is gekomen komt in aanmerking voor uitstel van betaling van zijn belastingschuld. Uitstel kan worden aangevraagd nadat aangifte is gedaan en een (naheffings)aanslag is ontvangen.

Het is belangrijk dat u ondanks het verzoek om uitstel voor iedere aangifte op tijd aangifte doet.

Een verzoek om uitstel van betaling dat gedaan wordt vóórdat er een (naheffings)aanslag is opgelegd, kan de Belastingdienst in principe niet in behandeling nemen en moet opnieuw worden ingediend. De ondernemer geeft in beginsel per belastingsoort aan of hij uitstel van betaling wil. Echter voor de inkomstenbelasting, inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet, vennootschapsbelasting, loonheffingen en omzetbelasting (btw) kan in één keer tegelijk uitstel van betaling worden aangevraagd. Wachten totdat voor alle vijf aanslagen zijn opgelegd is niet nodig, Eén aanslag is voldoende. De ondernemer kan desgewenst een ontvangen belastingaanslag betalen, als hij het uitstel niet nodig heeft.

Ontvangt de ondernemer een aanslag voor een belastingsoort waarvoor hij nog geen uitstel heeft aangevraagd, dan moet voor die belastingaanslag nog wel apart uitstel worden gevraagd.

Per online-formulier of brief
Het uitstel kan zowel met een online formulier als per brief worden aangevraagd.

Online
De onlinemogelijkheid staat alleen open voor uitstelverzoeken van maximaal drie maanden. Het online formulier 'Verzoek bijzonder uitstel van betaling voor 3 maanden' staat op de website van de Belastingdienst. De toegang is beveiligd met DigiD. Ook als de onderneming een rechtspersoon is moet het DigiD (van een werknemer of fiscaal dienstverlener) gebruikt worden. Het Digid gebruikt de Belastingdienst alleen voor de toegang, het wordt verder niet opgeslagen.

Schriftelijk
Het verzoek om uitstel van betaling kan ook schriftelijk worden ingediend door een brief te sturen naar:

Belastingdienst
Postbus 100
6400 AC Heerlen

> U kunt de conceptbrief hiervoor gebruiken. 

Betalingsuitstel

Vanaf het moment dat de ondernemer zich meldt, wordt de invordering van zijn belastingschulden voor de aangevraagde belastingen direct stopgezet, voor de termijn dat de ondernemer in zijn verzoek heeft gedaan. Dat geldt ook voor belastingschulden die al zijn ontstaan voordat de coronacrisis uitbrak. De inhoudelijke beoordeling door de Belastingdienst van het verzoek vindt pas na drie maanden plaats. Dat betekent dat de ondernemer feitelijk meteen uitstel van betaling krijgt.

Het verzoek hoeft ook maar eenmalig te worden gedaan. Het uitstel geldt voor reeds opgelegde aanslagen vanaf de dagtekening van het verzoek om uitstel van betaling en alle nog op te leggen aanslagen in de daaropvolgende maanden dat het betalingsuitstel geldt. Daarnaast geldt het uitstel totdat de Belastingdienst op het uitstelverzoek beslist.

Langer dan drie maanden
Mogelijk is uitstel van betaling voor drie maanden voor ondernemers nog te kort. Ondernemers kunnen ook voor een langere periode dan drie maanden uitstel aanvragen. Dit verzoek kan niet online worden gedaan, maar moet schriftelijk worden ingediend. De ondernemer kan om deze langere uitsteltermijn vragen in zijn eerste verzoek om uitstel of kan hier binnen de periode van drie maanden na zijn eerste uitstelverzoek alsnog om vragen.

Bij het verzoek moet de ondernemer de omstandigheden aangeven waardoor zijn onderneming door de coronacrisis is getroffen en langer uitstel noodzakelijk is. Bijvoorbeeld omdat de omzetcijfers, opdrachten, bestellingen of reserveringen aanzienlijk zijn gedaald ten opzichte van vorige maanden. Deze gegevens moet de ondernemer binnen de periode van drie maanden aanleveren. Ook moet voor de belastingschuld waar uitstel voor wordt gevraagd voldaan zijn aan de aangifteplicht.

Verlenging verkregen uitstel
Als het verkregen uitstel voor drie maanden binnenkort afloopt en de ondernemer heeft behoefte aan verlenging, dan dient hij dat apart aan te vragen. De Belastingdienst wil graag dat dat verzoek met een online formulier wordt gedaan. Vanaf de tweede helft van juni is dat beschikbaar. Een schriftelijk verzoek is wel mogelijk, maar zowel voor de ondernemer als voor de Belastingdienst veel bewerkelijker.

Verbod op dividend, bonussen en inkoop eigen aandelen
Aanvullend heeft het kabinet op 20 mei 2020 aangekondigd dat bij een uitstel van langer dan drie maanden de eis gaat gelden dat de ondernemer verklaart geen dividenden en bonussen te zullen uitkeren, of eigen aandelen te zullen inkopen. De vormgeving van deze verklaring wordt nader uitgewerkt.

Totale belastingschuld tot € 20.000
Als de totale belastingschuld op het moment dat de Belastingdienst het uitstelverzoek ontvangt lager is dan € 20.000, volstaat het schriftelijke verzoek. Een verklaring van een zogenoemde derde-deskundige is niet nodig.

Totale belastingschuld vanaf € 20.000
Bij een totale belastingschuld vanaf € 20.000 moet wel een verklaring van een derde-deskundige worden overgelegd. De derde-deskundige moet verklaren dat het aannemelijk is dat de financiële problemen hoofdzakelijk door de coronacrisis zijn ontstaan.

Een derde-deskundige is bijvoorbeeld een externe consultant, financier, belastingadviseur of accountant. Het mag niet iemand uit de eigen onderneming zijn.

De verklaring van de derde-deskundige moet in ieder geval de volgende elementen bevatten:

  • Een verklaring dat aannemelijk is dat er sprake is van werkelijke betalingsproblemen op het moment van het verzoek om uitstel of naar verwachting op korte termijn daarna. 
  • Een verklaring dat aannemelijk is dat deze betalingsproblemen hoofdzakelijk door de coronacrisis zijn ontstaan.
  • Een liquiditeitsprognose die volgens de derde-deskundige plausibel is. Deze prognose is opgesteld aan de hand van de feiten en omstandigheden die op het moment van het indienen van het verzoek om uitstel van betaling bekend zijn.
  • In de toelichting bij de verklaring geeft de derde-deskundige aan welke documenten of gegevens door de ondernemer zijn verstrekt, zo nodig voorzien van een nadere toelichting. Een zogenoemde assuranceverklaring die aangeeft dat de ondernemer voldoet aan de voorwaarden is niet vereist.

Tussentijdse aflossingen
Gedurende het uitstel kan de Belastingdienst om tussentijdse aflossingen vragen als de liquiditeitspositie van de ondernemer dat toelaat.

Geen boete
De behandeling van verzoeken om uitstel van betaling moet handmatig plaatsvinden, zodat behandeltijden kunnen oplopen indien veel verzoeken binnenkomen. Om ondernemers tegemoet te komen zal de Belastingdienst de komende tijd automatisch de verzuimboete voor het niet (tijdig) betalen achterwege laten of terugdraaien. Het gaat om betalingsverzuimen begaan in de periode van 12 maart 2020 tot aan de datum dat het bijzonder uitstel van betaling eindigt.
Ondernemers hoeven de boete dus niet te betalen en ook geen bezwaarschrift tegen de boete in te dienen, als zij toch een belastingaanslag met boete ontvangen. De boete wordt ambtshalve door de Belastingdienst vernietigd.

Als ondernemers ten tijde van de ontvangst van de naheffingsaanslag, kunnen betalen en dus geen nader uitstel meer nodig hebben, hoeven zij de betalingsverzuimboete niet te betalen als ze de naheffingaanslag op tijd betalen. Bezwaar maken is dan niet nodig.

Schriftelijke ontvangstbevestiging
De Belastingdienst stuurt na ontvangst van het uitstelverzoek een schriftelijke ontvangstbevestiging. De belastingschuldige ontvangt maar één ontvangstbevestiging, ook als het uitstelverzoek bedoeld is voor meerdere aanslagen. Door de oplopende behandeltijden kan verzending enige tijd op zich laten wachten.

Melding betalingsonmacht
De bestuurder van een BV moet uiterlijk twee weken na de dag waarop de verschuldigde belasting afgedragen of voldaan moest worden, melding van betalingsonmacht doen.

De melding betalingsonmacht is van groot belang voor het voorkomen van bestuurdersaansprakelijkheid*.
Betalingsonmacht houdt in dat er op dat moment (tijdelijk) onvoldoende liquide middelen zijn om de belasting te voldoen. In de melding moet worden aangegeven dat de betalingsproblemen zijn veroorzaakt door de coronacrisis.

Voor de loonbelasting of btw die u over bijvoorbeeld april 2020 dus op 31 mei 2020 had moeten betalen moet de betalingsonmacht bij bijvoorbeeld het uitstellen van deze belasting dus normaliter uiterlijk op 14 juni 2020 zijn gedaan. De melding van betalingsonmacht blijft van kracht zolang u de belasting niet betaalt.

NB: Op 8 april 2020 heeft de Belastingdienst aangegeven dat als de bestuurder zelf om uitstel van belastingheffing voor de BV verzoekt, dit met terugwerkende kracht naar de periode waarover om uitstel van belastingheffing wordt verzocht, wordt beschouwd als tijdige melding van van betalingsonmacht. Melding van betalingsonmacht is in dat geval dus dan niet meer nodig. Als de bestuurder niet zelf om uitstel van belastingheffing verzoekt, moet deze dus alsnog tijdig melding van betalingsonmacht doen via het daarvoor vereiste formulier.

De Belastingdienst heeft verder aangegeven dat het verzoek om bijzonder uitstel van belasting en of het melden van betalingsonmacht als gevolg van het coronavirus geen gevolgen heeft voor de Verklaring goed betalingsgedrag.

Belastinguitstel eindigt op 1 januari 2021
Ondernemers kunnen tot uiterlijk 1 oktober 2020 uitstel van belasting aanvragen of verlenging van uitstel aanvragen. Daarmee loopt voor alle ondernemers het uitstel uiterlijk op 1 januari 2021 af. Kijk voor meer informatie op www.rijksoverheid.nl/kabinet-verlengt-coronasteun-banen-en-economie-tot-en-met-2021


* Bestuurdersaansprakelijkheid
Als een BV op de juiste manier melding heeft gedaan, kan de bestuurder (bijvoorbeeld in geval van faillissement) alleen aansprakelijk worden gesteld voor het niet betalen van de belastingschuld als dit het gevolg is van aan de bestuurder te wijten kennelijk onbehoorlijk bestuur in de periode van drie jaren, voorafgaande aan het tijdstip van de mededeling.

Als een BV de betalingsonmacht niet (tijdig) heeft gemeld, dan wordt kennelijk onbehoorlijk bestuur altijd aanwezig geacht. De bestuurder kan dan dit bewijsvermoeden alleen weerleggen als hij aannemelijk maakt dat het niet aan hem te wijten is dat de juiste melding niet is gedaan.

De betalingsonmacht kan worden gemeld door het lichaam zelf of door iedere bestuurder van het lichaam. Als één van de bestuurders de betalingsonmacht rechtsgeldig heeft gemeld, heeft die melding ook rechtskracht voor de andere bestuurders.


Misschien interessant voor u



Heeft u een vraag?

Bel ons
030 6053344

info@metaalunie.nl
Blog

Blog


Bert Jaarsma / Directie         

Zomertijd

> Lees meer.