Er wordt al jarenlang gediscussieerd over de arbeidsmarkt en alles wat daar omheen speelt. En dat is best veel, want werk is belangrijk voor werknemers, maar ook voor ondernemers. Veel toegevoegde waarde wordt door het vakmanschap van werknemers bepaald. Het langverwachte rapport van de commissie Borstlap, met de welluidende titel ‘In wat voor land willen wij werken?’, heeft deze discussie in alle hevigheid doen oplaaien. De analyse dat de huidige arbeidsmarkt uit het lood is geraakt, wordt door velen gedeeld, maar het vinden van draagvlak voor oplossingen is lastiger. Als discussiestuk verdient het rapport echter alle lof.
Als Metaalunie hebben wij kritisch op de inhoud van het rapport gereageerd. Dat zit wat mij betreft niet zozeer in de analyse en de hoofdlijnen, maar vooral in de worsteling om werknemers en ondernemers niet over één kam te scheren. Het toverwoord lijkt ‘werkenden’ te worden, een woord wat een bredere groep dekt dan alleen werknemers, maar niet de groep ondernemers. Dat klinkt simpel, maar lost naar mijn gevoel de discussie nog niet op. De problematiek tussen werknemers, zzp’ers en echte ondernemers wordt vertroebeld door wat in de volksmond schijnzelfstandigheid wordt genoemd. Om dit probleem aan te pakken wordt het hele stelsel op zijn kop gezet. De vraag is of dat de enige oplossing is.
Verder wordt de discussie vooral gedomineerd door draagvlak voor collectieve regelingen en het inperken van risico’s. Terecht dat hier volop aandacht voor is, want een goed sociaal vangnet is de basis van een goed werkende arbeidsmarkt. Maar ook hier geldt wat mij betreft, alles met mate. Ondernemers moeten niet geconfronteerd worden met verplichte regelingen voor pensioen en arbeidsongeschiktheid. Uiteraard moeten, indien gewenst, dergelijke faciliteiten wel voor hen toegankelijk zijn. Maar het basisprincipe blijft wat mij betreft ‘eigen meester, niemands knecht’, met andere woorden ‘op basis van vrijwilligheid’.
Ik denk dat met het rapport van Borstlap over de werking van de arbeidsmarkt een goede aanzet is gegeven voor het nemen van fundamentele keuzes over de regels op de arbeidsmarkt. Er is de afgelopen jaren wel wat aan de regelgeving geschaafd, maar dit heeft zeker nog niet het gewenste effect opgeleverd. Maar hoe de keuzes precies moeten worden gemaakt is nog niet helder en zal de komende jaren nog regelmatig voer voor, wederom, discussie zijn.
Jos Kleiboer
Directeur Beleid