Afgelopen week leek het erop dat oude waarden en oude tijden weer herleefden. Eerst kwam het definitieve bericht dat na 35 jaar de Grand Prix terugkeert op het circuit van Zandvoort. En zaterdag won Nederland voor het eerst in 44 jaar weer het Eurovisie Songfestival. Even leek het alsof de tijd stilstond. Dat was van korte duur, want die avond vierde Staalfederatie Nederland haar honderdjarig bestaan. En op dit sprankelende feest bleek dat de tijd juist niet had stilgestaan. Tijdens deze feestelijke bijeenkomst werden de aanwezigen ook nog eens verrast door de toekenning van het predicaat Koninklijk aan de Staalfederatie. Een grote eer en een mooie blijk van waardering voor een vereniging met een lange staat van dienst. Vanaf nu is het dus Koninklijke Staalfederatie Nederland en daarmee behoort zij tot de oude waarden van het Koninkrijk.

Afgelopen week was ook de jaarlijkse bijeenkomst van alle ereleden en leden van verdienste van de vereniging Koninklijke Metaalunie. Een mooie en gezellige bijeenkomst, waar vele oud bestuursleden elkaar weer ontmoeten. Op zo’n moment zie je dat het verenigingsgevoel nog steeds leeft, wat leuk is om te zien.

Ondanks deze mooie momenten is de uitdaging voor verenigingen op dit moment groot. Het verenigingsgevoel is er zeker nog, dat bleek afgelopen week, maar het is minder vanzelfsprekend en je moet echt iets te bieden hebben aan je leden. Centraal staat de netwerkfunctie. Juist in een steeds meer digitale wereld kan dit een onderscheidend element zijn. Maar dit is niet voldoende. Ook zakelijk moet een vereniging een goed palet aan diensten beschikbaar hebben en dat moet vooral iets zijn wat een bedrijf in zijn eentje, niet of moeilijk kan realiseren. Dat kan met specifieke wet- en regelgeving te maken hebben, maar ook met het realiseren van al dan niet tijdelijke samenwerkingsverbanden tussen bedrijven. Want bij veranderingen in het businessmodel, de structuur van de bedrijfskolom of het betreden van nieuwe markten kan samenwerking net dat duwtje geven om succesvol te zijn. Als dat niet vanzelf gaat, dan kan een vereniging partijen bij elkaar brengen die dat niet van nature doen.

Historie is mooi en terugblikken is belangrijk, maar uiteindelijk gaat het ook bij een (meer dan) honderdjarige vereniging om de plannen voor de toekomst en de meerwaarde voor haar leden. Als daar op de goede manier aandacht voor is, dan kan het predicaat Koninklijk nog lang met trots worden gevoerd en een oude waarde blijven!