Het kabinet heeft haar jaarlijkse begroting gepresenteerd op
Prinsjesdag. De cijfers zien er mooi uit, maar toch blijft er veel
discussie en onvrede over het resultaat. Natuurlijk is de vergaande en
veel te dure maatregel om de dividendbelasting af te schaffen daar de
aanleiding voor, maar wat mij betreft is het gebrek aan daadkracht in de
besluitvorming zeker zo belangrijk. Op veel inhoudelijke dossiers wordt
vooralsnog weinig vooruitgang geboekt en dat is jammer.
Als we dieper naar de verschillende maatregelen kijken, dan zien we dat
de WBSO iets minder is benut. Wel is duidelijk dat deze maatregel door
mkb bedrijven goed wordt gevonden en gebruikt. Met het niet benutte
budget zou het in 2016 in de WBSO schrappen van de post procesgericht
technisch onderzoek kunnen worden teruggedraaid. Helaas kiest het
kabinet ervoor dit niet te doen en te wachten op de resultaten van de
evaluatie van de WBSO eind 2018. Wij blijven hier voor strijden.
Innovatie krijgt sowieso aandacht in de miljoenennota. Er is extra geld
voor kennisverspreiding naar het mkb. Als Koninklijke Metaalunie hebben
we samen met TNO een knowledgedeal gesloten over deze
kennisverspreiding. Dit moet nu echt tot resultaten gaan leiden.
Een onderwerp waar weinig vooruitgang op wordt geboekt, is het brede
arbeidsmarktthema. Voor ons is loondoorbetaling bij ziekte al lang een
doorn in het oog, vooral vanwege de re-integratieverplichtingen, die in
het mkb bijna niet uitvoerbaar zijn. Er is een fors budget toegezegd om
de lasten voor het mkb te verlichten, maar de uitwerking blijft
vooralsnog achterwege.
Een tweede onderdeel van de arbeidsmarktdiscussie is de
transitievergoeding. Veel ondernemers vinden dat de transitievergoeding
tot onredelijke situaties leidt, waarbij er bij werknemers een
calculerend gedrag optreedt. In de plannen van het kabinet worden een
paar stappen gezet om de scherpste kantjes van de transitievergoeding af
te halen, zoals een verruiming van de aftrekmogelijkheid van gemaakte
(scholings)kosten. Deze kosten mogen worden verrekend met de
transitievergoeding, indien deze gemaakt worden voor een andere functie
in het bedrijf. Maar het brede gevoel van onredelijkheid blijft.
Een derde onderdeel van de arbeidsmarktdiscussie is de positie van
zzp’ers. In deze discussie is er nauwelijks voortgang en wordt er
gezocht naar een verfijnd onderscheid, wat de situatie niet helderder en
werkbaarder maakt.
Het kabinet heeft ook aangekondigd dat de subsidie praktijkleren niet
wordt afgeschaft. In ieder geval blijft de subsidie een jaar langer
bestaan, waarbij er 19 miljoen euro wordt gekort op het beschikbare
budget. Het maximale subsidiebedrag per gerealiseerde praktijk- of
werkleerplaats wordt verlaagd van € 2.700 naar € 2.500 in 2019. Wat ons
betreft is de voortzetting van de regeling een eerste stap, maar zeker
niet genoeg. De bbl is dé route naar vakmanschap in de metaalbewerking
en moet juist worden versterkt in plaats van verzwakt. De subsidie
praktijkleren is hierbij een zeer belangrijke bouwsteen.
Als laatste onderwerp uit de plannen van het kabinet wil ik de
vermindering van de regeldruk noemen. Het kabinet slaat een nieuwe koers
in waar het gaat om de bestrijding van regeldruk. Het gaat vanaf nu
vooral om merkbaarheid in plaats van abstracte doelstellingen, waarvan
ondernemers in de praktijk weinig merkten. Via een mkb-toets krijgen
groepen van ondernemers de mogelijkheid om vooraf mee te denken over de
werkbaarheid en uitvoerbaarheid. Naast de mkb-toets start binnenkort de
Strategische Commissie Betere regelgeving Bedrijven om ook bestaande
knelpunten aan te pakken. Dit lijkt mij een betere aanpak, die hopelijk
ook leidt tot merkbare resultaten.
Gelukkig lijkt de economische groei aan te houden en dat is voor
ondernemers het meest belangrijk. Dat betekent dat er zich kansen
blijven voordoen en daar gaat het ondernemers echt om. Maar dan moet de
overheid wel zorgen voor goede randvoorwaarden en geen belemmeringen
opwerpen. Kortom: zorg voor ruimte voor ondernemen.
Jos Kleiboer / directeur Beleid Metaalunie
>
Lees ook: de Prinsjesdagnieuwsbrief