Meer dan de helft van alle ondernemingen in het Midden- en Kleinbedrijf in de metaal worden uitgeoefend door (middel van) een besloten vennootschap (B.V.). Dat is niet zonder reden. De B.V. biedt ten opzichte van een eenmanszaak of een vennootschap onder firma een aanzienlijke verbetering van de positie van de ondernemer op het terrein van aansprakelijkheid voor bedrijfsschulden, en in een aantal situaties (echter zeker niet alle) kan ook fiscaal de B.V.-vorm aantrekkelijker zijn. Met de oprichting van één B.V. kunnen al heel wat van de boven bedoelde voordelen worden bereikt. Toch kan het in bepaalde situaties wenselijk zijn om in plaats van met één B.V. met twee of zelfs meer B.V.’s te gaan werken. Om die reden worden tegenwoordige nieuwe B.V. structuren dikwijls al vanaf de oprichting opgezet met minimaal twee B.V.'s: een Holding (of Beheersmaatschappij) en een Werkmaatschappij.